zaterdag 5 juni 2010

ding 16: Chat

Kinderen die elk moment dat ze niet slapen online zijn kunnen leuk chatten met hun treurige lotgenoten. Een beetje babbelen, bij voorkeur over niets. Het is interessant, uit te proberen of chatten nut kan hebben voor een archief. Het GAR is daarmee aan het experimenteren, maar de resultaten zijn tot nog toe niet bemoedigend. De vragen die via de chat gesteld worden kunnen ruwweg in twee groepen onderverdeeld worden: die welke beter via de telefoon gesteld hadden kunnen worden, en die welke beter per email gesteld hadden kunnen worden. In de eerste categorie vallen de vragen waar een kort en direct antwoord op mogelijk is. Daarbij werkt het moeten opschrijven van wat makkelijker gesproken had kunnen worden als een belemmering. In de tweede categorie vallen de lastigere vragen, waar enig uitzoekwerk nodig is voordat een antwoord gegeven kan worden. Hierbij moet uiteindelijk toch gewoon van email gebruik gemaakt worden.

Toch denk ik dat chat nuttig kan zijn. Op tijdstippen dat de studiezaal gesloten is, zou je door middel van chat toch een medewerker beschikbaar kunnen hebben voor bezoekers die op de website in de problemen raken. Deze bezoekers zouden dan de chatter kunnen aanschieten. Misschien zou dat helemaal niet gebeuren (het gebeurt tussen 9 en 5 immers ook zo goed als nooit), maar veel mensen die overdag netjes aan het werk zijn, begeven zich 's avonds op het internet. Het zou mooi zijn als die mensen zich desgewenst tot een archiefmedewerker zouden kunnen richten. Naarmate de digitale balie zich verder ontwikkelt, zal 9-tot-5-dienstverlening vermoedelijk steeds sterker als achterhaald ervaren worden. Maar ja, een virtuele avondopenstelling zou wel duur overwerk betekenen voor de archiefmedewerker, en we leven in tijden van bezuiniging.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten