vrijdag 2 december 2011

Roker, niet-praktiserend

Op 2 december 2006, vandaag vijf jaar geleden, stond ik bij een Vlaardingse bushalte, want ik was op bezoek geweest bij mijn jarige schoonvader. ik haalde mijn pakje shag uit mijn jaszak, omdat een mens toch iets moet doen wanneer hij op de bus staat te wachten. Toen dacht ik: "waarom zou ik eigenlijk?", en ik stak het pakje shag weer in mijn zak. Sindsdien heb ik niet meer gerookt.

Het kwam niet geheel onverwacht. In de buurt van mijn geliefde, die aan astma lijdt, rookte ik al niet, en op 7 september 2006 vertelde Jane Goodall me tijdens een lezing in de aula van de Erasmus universiteit dat de tabaksteelt tot de grote milieuvervuilers behoort, waardoor mijn geweten begon te knagen. Na 25 jaar heb ik mijn tabaksgenot beëindigd, met weemoed. Het laatste pakje shag heb ik bewaard, al zal het inmiddels waarschijnlijk nergens meer naar smaken.

Hoewel ik niet meer rook, ben ik geen niet-roker geworden. Ik beschouw mezelf als niet-praktiserend roker. Onlangs las ik in het onvolprezen blog van mijn jonge vriend Pier in Dublin dat hij zichzelf beschouwt als "practising non-Catholic in a country with increasing numbers of non-practising Catholics". Dat bracht me op de gedachte, mijn eigen blog eens uit de digitale mottenballen te halen, en aan de wereld uit te leggen waarom ik niet-praktiserend roker ben. In hoeverre de wereld daarop zit te wachten is een heel andere kwestie, waar ik me bij een volgende gelegenheid wel eens over zal buigen.

Rond de eeuwwisseling was ik werkzaam als tekenaar. Plaatjes van mijn hand werden met enige regelmaat afgedrukt in Erasmus Magazine, het tijdschrift van de Erasmus Universiteit. Op 28 januari 1999 stond daarin een artikel over het rookbeleid van de universiteit. Er bleek buiten de daartoe aangewezen zones gerookt te worden, en volgens de niet-rokersvereniging CAN trad de universiteit daar onvoldoende tegen op. Er werd gedreigd met een kort geding. Bij dit artikel had ik een prentje gemaakt van Erasmus die zich niet aan zijn eigen rookbeleid houdt.





Maanden later trof ik tussen de uitgestalde folders in de hal van de Gemeentebibliotheek het krantje van CAN aan, met de kop 'Erasmus Universiteit gevoelig afgestraft'. Het kort geding waarmee men in januari had gedreigd was inmiddels door CAN aangespannen & gewonnen. De rechter had de universiteit gemaand, de bestaande gedoogzones aan te passen aan de Tabakswet, en de ingestelde rookverboden daadwerkelijk te handhaven.



Het artikel in het CAN-krantje was verluchtigd met de tekening die ik in januari voor Erasmus Magazine had gemaakt. Schijnbaar waren de strijders van CAN zo geestdriftig geraakt door hun juridische overwinning dat ze waren overgegaan tot plundering van de overwonnenen. Vae victis! Nu geloof ik niet dat het Nederlands strafrecht voorziet in het recht van plundering bij een gewonnen kort geding, en bovendien had ik met het rookbeleid van de universiteit niets van doen, zodat ik niet eens tot de overwonnenen gerekend mocht worden. Wat me misschien nog het meest stoorde was dat de tekening verminkt (verticaal uitgerekt) was afgedrukt.

Ik heb CAN een brief gestuurd waarin ik excuses eiste voor het gebruik van mijn tekening zonder mijn toestemming (die ik desgevraagd zeker niet zou hebben gegeven, aangezien ik op geen enkele manier met deze enge vereniging geassocieerd zou willen worden), excuses voor het verminkt afdrukken van mijn tekening, en behoorlijke betaling voor het hergebruik van mijn tekening. Na drie maanden kreeg ik een brief ten antwoord. Fons Nijpels, redacteur van het CAN-krantje, bood excuses aan voor het lange uitblijven van dit antwoord. Verder schreef hij:

De plaatsing van uw cartoon in onze krant OPGELUCHT hadden wij als nieuwsfeit willen brengen, door bijplaatsing van de volgende tekst:
"Het kort geding tegen de Erasmus Universiteit kreeg unieke aandacht in het Erasmus Magazine, zelfs de cartoontekenaar zag er een onderwerp in voor zijn bijdrage."
Door een misverstand tussen de opmaker en drukker in de tijd rondom de deadline is de plaatsing van deze tekst tot onze spijt helaas weggevallen, waardoor een verkeerde indruk kon ontstaan. Ook daarvoor bieden wij excuses aan.


Nadat ik was bijgekomen van de verbijsterende brutaliteit van deze bizarre smoes, nog versterkt doordat de heer Nijpels zo vriendelijk was geweest, een folder bij de brief te voegen waarin me de vreselijkste ziekten werden aangezegd als ik niet terstond zou stoppen met roken, heb ik teruggeschreven dat ik met die flauwekulverklaring geen genoegen nam, en dat ik mijn eisen handhaafde voor betaling en excuses voor het wederrechtelijk hergebruik en de verminking van het werk mijner handen. Ik heb er nooit meer iets van gehoord.

De volgende stap had natuurlijk moeten zijn dat de uitgever van het Erasmus Magazine CAN voor het gerecht zou dagen wegens schending van het auteursrecht, maar daar had de redactie van het blad geen zin in, en ik had niet de puf om op persoonlijke titel een juridische procedure aan te spannen. Erg spijtig. Wat zou het vermakelijk zijn geweest, die club die als bezeten iedereen voor de rechter sleepte, zelf eens in het beklaagdenbankje te zien belanden.

Na deze aanvaring met de ayatollah van de niet-rokers was het natuurlijk uitgesloten dat ik zelf ooit niet-roker zou kunnen worden. Het zou de doodsteek voor mijn zelfrespect betekenen. Ik ben dus gedoemd, tot mijn laatste snik roker te blijven. Weliswaar al vijf jaar niet meer praktiserend, maar toch altijd roker.

2 opmerkingen:

  1. Ik kan je me niet herinneren als praktiserend roker, maar ik steun je niet-praktiserend rokerschap! CAN is doodeng.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nee maar, ik zie tot mijn vreugde dat mijn oudste vriend wat meer aktief is geworden in zijn aanlijnig bestaan. Enkele opmerkingen op Facebook brachten me uiteindelijk weer bij dit blog aan dat inderdaad wel een beetje stoffig begon te worden. Drie verse berichten en het noemen van mijn eigen naam, genoeg reden om er eens goed voor te gaan zitten.

    Dit artikel maakt me ervan bewust dat ik eigenlijk ook zo ben: een niet-praktiserende roker. Mijn beslissing om niet meer te roken heeft heel wat meer voeten in de aarde gehad, met meerdere mislukte pogingen om ermee te stoppen. Hoe het ook zij, sinds 18 juni 2008 heb ik niet meer gerookt - een datum die ik destijds gekozen heb om het gemakkelijk te maken om het tijdstip van de uitslag van deze innerlijke strijd te herinneren (alleen ingewijden kunnen dit begrijpen).

    Ik herinner me nog goed dat ik ruim 25 jaar geleden tegen mijn heel-soms-rokende vriend Joost Flach iets zei over roken als "slechte gewoonte", en hij zei, Nee, het is een hele mooie, beschaafde gewoonte - allen jammer dat het niet erg goed voor de gezondheid (en de longen van een hoboïst) is. Hij had natuurlijk gelijk. En ik vind sigarettenrook nog altijd lekker ruiken.

    Jammer dat het nooit tot een rechtzaak is gekomen met de niet-rokende zwarthemden. Ongetwijfeld zouden ze dan geprobeerd hebben om de zaak te schikken, en dat zou jij dan geweigerd hebben, enz enz. Maar goed, een artikeltje zoals is dit is ook leuk, toch?

    BeantwoordenVerwijderen